- Details
- Geschreven door: Hans Amelink
- Categorie: Tropen
Ergens aan het eind van de zomer vorig jaar hadden wij goede vrienden te eten. Het gesprek ging over de voorgaande wederzijdse vakanties en voornemens voor nog te maken reizen toen mijn naamgenoot Hans, de mannelijke (overigens niet vissende) helft van het stel opmerkte dat hij graag nog eens Cuba wilde bezoeken.. Het eiland met toch een heel opmerkelijke historie en de romantiek van de revolutie en het daarna voortleven van veel zaken uit de vijftiger jaren intrigeerde hem al enige tijd. Daarnaast maakte hij zich waarschijnlijk terecht zorgen dat met het overlijden van Castro ter zijner tijd het land toch snel zou veranderen en dan waarschijnlijk veel van zijn nu uitgesproken en aparte karakter zou verliezen. Daarbij zou het dan veel meer zal gaan lijken op de andere, overigens ook vaak fraaie eilanden in het Caribische gebied. Kortom hij wilde er graag op niet al te lange termijn nog eens naar toe. Het probleem daarbij was dat zijn vrouw, met wie hij overigens veel en graag reist, daar helemaal niets voor voelde. Mijn vrouw merkte toen geheel onverwacht op, waarschijnlijk in alle onschuld of een vlaag van verstandverbijstering, of dat dan misschien niet iets voor mij zou zijn. Ze realiseerde zich daarbij op dat moment volstrekt niet dat, als je zoals ik weinig tijd hebt maar het liefst veel en graag (vlieg)vist en door het gebrek aan tijd daarvoor er dan vooral over droomt en leest, dat bij het horen van Cuba natuurlijk menig vissershart sneller gaat kloppen. Groot was toen ook haar verbazing dat ik eigenlijk onmiddellijk nog diezelfde avond met Hans tot duidelijke afspraken kwam over een reis die wij naar Cuba gingen maken. Het oorspronkelijke plan wijzigde nog twee keer omdat de eerste door ons uitgezochte week in het najaar en dus het stormseizoen viel en omdat een andere wederzijdse vriend die toevallig ook onze tandarts is ook graag meewilde omdat ook hij graag Cuba graag nog eens wilde zien voor de volgende" revolutie" en ook zijn vrouw daar niets in zag.
We zouden 10 dagen gaan en Hans had voorvarend als altijd direct de reis samen met het reisbureau al grotendeels uitgestippeld waarbij ik had bedongen dat ik dan in ieder geval twee dagen ergens wilde vissen op bonefish. Onder het motto voor elk wat wils zouden we in de derde week van Januari beginnen in Havanna, dan verkassen naar een locatie waar ik kon vissen en afsluiten in een luxe resort om in ieder geval goed uitgerust, zongebruind en weldoorvoed weer aan te komen in Nederland. Ik hoefde slechts het vissen regelen. Na mijn licht eens te hebben opgestoken bij Henk Peeters leek het mij toch het handigst om te gaan vissen op bonefish in Las Salinas gezien het feit ook dat de verhalen die mij daarover bereikten goed waren en het op een goed te bereizen afstand lag van Havanna alwaar de trip zou aanvangen en Varadero waar de trip zou eindigen. Besloten werd van de diensten van Theo Huizing van Tropical Flyfishing gebruik te maken hiervoor. Theo bleek vriendelijk, zeer flexibel en lichtelijk chaotisch (zoals ik zelf eigenlijk ook een beetje) en na een enkel verwarrend mailtje en een aantal andere minder verwarrende mailtjes en enkele telefoongesprekken gingen we uiteindelijk met een gerust hart op pad en vlogen op een mooie winterse vrijdag naar Havanna met Martinair. Na een voorspoedige reis met het boek Bonefishing van Randall Kaufmann voor het grootste deel van de reis onder handbereik en na eerst over de Bahamas te zijn gevlogen waardoor ik weer onrustig in dat boek ging bladeren, aankomst in Havanna eind van de middag plaatselijke tijd. Het in Havanna geboekte hotel El Presidente , een hoog gebouw van rode baksteen, in de wijk Vedado voldeed aan de verwachtingen qua ambiance en sfeer en was voor Cubaanse begrippen zekere luxe. Zelfs chic te noemen. Volgens het reisbureau een van de beste hotels in Havanna, jammer genoeg lag het toch wel een beetje uit het centrum zodat vervoer naar de oude binnenstad (la Habanna Vieja) door ons verder overwegend per taxi werd geregeld. Overigens wel een mooie wandeling van hotel naar het oude centrum van ongeveer 40 minuten langs de Malecon, de schilderachtige boulevard langs de zee, die we dan ook een aantal keren hebben ondernomen.
De eerste avond hebben we ons direct onder het motto "dan hebben we dat alvast maar gedaan" gemeld in het, althans voor Hemmingway adepten "heiligste" café-restaurant in Havanna: El Bodegito del Medio, waar de grote schrijver, visser, jager, womanizer destijds zijn mochito's nuttigde aan de bar. Ik denk niet dat Hemmingway er nu nog zou gaan zitten aan de bar, maar de eerste kennismaking met het nationale Cubaanse drankje de mochito (zie recept) was een zeer aangename, hetgeen overigens niet van het eten gezegd kon worden dat in combinatie met de nodige mochito's overigens onze honger goed stilde. Al snel werd overigens duidelijk dat voor culinaire hoogstandjes beter een andere vakantiebestemming dan Cuba kon worden gekozen. Het eten was i.h.a niet fantastisch, de atmosfeer, de muziek en de drank en sigaren maakte een en ander overigens meer dan goed. De dagen daarna hebben we Havanna verder verkend meestal met als uitvalbasis El Patio een leuk restaurant aan het plein van de kathedraal, waar de koffie goed en het eten heel redelijk was, behalve de kreeft die hier maar overigens tot onze verassing vaker in Cuba vaak groot was maar zeer taai en smakeloos. Havanna is een bijzondere beleving; de mooiste beschrijving van Havanna is eigenlijk die van een afbrokkelende filmset. Prachtige koloniale gebouwen, burchten, pleinen deels inmiddels wat gerestaureerd met geld van de Unesco, maar heel veel in verval. Schrijnende armoede in een decor van grotendeels vergane glorie. Havanna is eigenlijk een soort van openluchtmuseum van de geschiedenis van zuid en noord Amerika, van het koloniale verleden in de 17e eeuw tot de maffia maatschappij onder Batista en daaropvolgende Revolucion met als grootste helden natuurlijk Che Guevarra en de nog immer niet overleden Fidel Castro. Indrukwekkend en overweldigend en leuk ook, maar na enkele dagen veel gezien te hebben, natuurlijk ook vanuit zo'n oude Amerikaanse auto uit jaren 50 , inclusief de wijk waar Castro zelf woont en alle andere partijbonzen, badend in weelde maar omgeven door politie en militairen, waren we blij weer te verkassen. Ondanks alle romantiek is Cuba een ouderwetse communistische politiestaat, met letterlijk bijna op iedere hoek van de straat, althans in Havanna, een of meerdere agenten, overal afbeeldingen van Che en Fidel en leuzen tegen de VS en over de zegeningen van de Revolutie. Ieder huizenblok in Havanna heeft dan ook een comité ter verdediging van de Revolutie, waarbij dit alles met vrij harde hand door de partij van bovenaf wordt georchestreerd. Contacten met de locale bevolking komen daardoor niet makkelijk tot stand zeker als je weinig tot geen Spaans spreekt. Tevoren waren wij uitgebreid gewaarschuwd voor de zogn. jineteros, opdringerige mannen die diensten aanbieden met de bedoeling daarvan financieel beter te worden. Behalve een onaangename ervaring met een taxichauffeur die ons vertelde het door ons gezochte restaurant gesloten en ons vervolgens (ongetwijfeld tegen een vergoeding) bij een heel slecht restaurant afzette en een paar opdringerige sigarenverkopers, viel dat reuze mee. De jineteras, opdringerige vrouwen die eveneens ( vooral seksuele) diensten aanbieden natuurlijk ook in ruil voor geld en of luxe artikelen, hebben wij eigenlijk helemaal niet gezien. Dit terwijl van tevoren de toespelingen met betrekking tot het vrouwelijk schoon in Cuba waarvoor wij ongetwijfeld mede deze bestemming zouden hebben uitgekozen en die behalve mooi ook allemaal gewillig zouden zijn niet van de lucht waren. In eerste instantie gingen wij, na al die verhalen, na enkele dagen bijna twijfelen aan ons zelf: waren wij zo oud al, en zo lelijk, zagen wij er zo arm uit? Of straalden wij inderdaad zoveel deugdzaamheid en onkreukbaarheid uit dat men zich bij voorbaat kansloos achtte? De realiteit is denk ik dat vrij recent de hoeveelheid politie op straat verder is uitgebreid en dat met name ook dit soort contacten tussen de locale bevolking en toeristen veel strenger worden gecontroleerd en ontmoedigd, niet in de laatste plaats denk ik door strenge straffen voor dergelijke "contra-revolutionaire" praktijken.
Overigens echt heel mooi waren de meeste vrouwen zeker niet. Dat kan van het land verder zeker niet gezegd worden! Op dinsdag vertrokken wij naar met onze gehuurde Audi A4 naar Zapata schiereiland naar Playa Larga aan de roemruchte Varkensbaai. Het vinden van de A1 (de enige snelweg van het eiland) lukte wonderwel na goede instructies van het autoverhuurbedrijf en ook de afslag naar het Zapata schiereiland ter hoogte van Jaquey Grande werd redelijk makkelijk gevonden. Dit laatste met name door de routebeschrijving die ik van Theo Huizing tevoren ontving. Tevoren leidde dit bij mij tot verwarring en kwam wat raar en amateuristisch over, maar zonder dit soort aparte routebeschrijvingen kom je in Cuba nergens. Wegbewijzering bestaat vrijwel niet, ook, niet op de A1. Je weg vind je door te rijden op de kilometerteller en dan te zoeken naar herkenningspunten uit routebeschrijvingen of door de weg te gaan vragen. Als er al wegbewijzering staat is die door de zon zo verschoten dat het onleesbaar is. Naar verluid schijnt het grootste deel van de borden ook steeds weg te waaien als in oktober en november de tropische stormen zich aandienen, en de centraal geleide planeconomie is waarschijnlijk niet flexibel genoeg (of te arm) om deze borden dan ook weer snel te vervangen. Het landschap is echter mooi en je moet je ook vooral aanpassen aan het klimaat en het tempo van de bevolking. Rustig aan, genieten van het moois onderweg en je vakantie en af en toe rij je gewoon weer een stukje terug en vraag je de weg opnieuw. Playa Larga werd zodoende relatief vlot gevonden evenals het gelijknamige hotel of eigenlijk motel: een uit de jaren 70 stammende verzameling van kleine sobere huisjes, met slaap, bad en woonkamer en een hoofdgebouw met bar en restaurant. Veel mensen waren er niet, de eerste dag een nog een bus Duitse schoolkinderen op culturele uitwisselingsreis. Maar daarna werd het stil, op een klein aantal mensen na die daar kwamen duiken in de Varkensbaai en een aangenaam relativerend Engels echtpaar met wie het aan de bar goed toeven was. Ondertussen was ik redelijk zenuwachtig geworden omdat er nu dan toch eindelijk gevist kon gaan worden. Alles rondom het vissen was perfect geregeld moet ik zeggen: in hotel El Presidente werden voor vertrek de papieren voor Playa Larga afgegeven en ter plaatse werden wij ontvangen door een soort hostess die mij verder inlichtte over tijdstip van ontbijt, vervoer per taxi, gids etc. Voor de niet vissende vrienden (hoe dom kan je zijn) was een excursie in het moerasgebied met kijken naar bijzondere vegetatie en vogels geregeld. Na een warme korte onrustige nacht ontbijt om 06.00 in de eetzaal alwaar ik het ontbijt samen met een tweetal Canadezen nuttigde die ergens anders verbleven maar ook daar hun gidsen zouden ontmoeten. Na nog een aantal tips van deze zeer ervaren vliegvissers in de oren te hebben geknoopt vertrok ik met mijn gids (Id)alfonso en de taxichauffeur naar Las Salinas. Las Salinas is een hele grote lagune: in feite een heel groot zoutwater ecosysteem met grotere stukken water onderling verbonden door vaak heel kleine kanaaltjes. Het is er heel ondiep vaak niet meer dan enkel tot kniediep. Het ligt op het puntje van het meest verlaten (moeras)gebied van Cuba het Zapata schiereiland, een nationaal park met veel bijzondere soorten vogels ook en zelfs krokodillen. Het gebied is jarenlang voor toeristen gesloten geweest. Vanaf Playa Larga is het ongeveer 45 minuten rijden tot de plaats waar de bootjes met vissers en gidsen vertrekken. Ik tuig mijn # 8 hengel op en stap met Alfonso klein groen plastic platbodem bootje dat door de hem vaardig, ondanks zijn leeftijd , hij zal rond de 60 zijn, met een vaarboom wordt voortbewogen. We (ik) gaan eindelijk vissen op bonefish!! Na een stukje varen krijg ik van Alfonso de eerste aanwijzingen: ik moet me vooral muisstil houden en hij wijst mij de eerste vissen, die ik totaal niet zie. Het weer is aanvankelijk die dag niet best. Het is licht bewolkt met vrij veel wind waardoor het wateroppervlakte zeker niet glad is en de vissen zeker voor mijn ongeoefend oog niet of nauwelijks of pas veel te laat te zien zijn. We stoppen de boot en Alfonso gaat door mijn vliegendozen. Ik heb me in de maanden voorafgaand aan deze dagen helemaal kleurenblind gebonden aan met name allerlei varianten Crazy Charly's en McVay Gotcha's en voor de zekerheid ook nog Deceivers en Clouser minnow's . Voorts bij Henk Peeters nog krabimitaties voor permit ingeslagen onder het motto je weet maar nooit. Daarnaast heb ik een doos met vliegen meegekregen van Han van Vierssen die overal ter wereld al heeft gevist en een ongevenaard goede en creatieve binder is. Alfonso kiest dan ook onmiddellijk een crème kleurige Crazy Charly variant met zwarte oogjes van Han die vervolgens vol goede moed wordt aangebonden. En dan....volgen er aanvankelijk enige moeilijk uren. Alfonso en ik en de omstandigheden en de vissen en ik moeten even aan elkaar wennen. Mijn kennis van het Spaans is bestaat naast de woorden cerveza en vino op dat moment en uit het woord mochito. Alfonso kent de volgende engelse woorden: bonefish, permit, jackfish, barracuda, snook, strip en het woord cast dat hij uitspreekt als "chaje :" zodat het even duurt totdat ik begrijp dat ik dan moet werpen. Hij wijst daarbij met de vaarboom in de juiste richting. Het aangeven van de afstanden is een probleem dat eigenlijk niet opgelost wordt. Alfonso is echter wel een heel goede gids en ziet echt alles, zeker voor mijn gevoel. Na af en toe tijd werpen in een richting die Alfonso zo nu en dan aangeeft, terwijl hij roept "bonefish" en vervolgens "chaje", zonder dat ik ook maar iets zie en dus ook zonder enig resultaat, besluit Alfonso verder met me te gaan waden. Vanaf de boot heb ik nauwelijks iets gezien en door de wind was het werpen moeizaam zeker als je eigenlijk niet waar precies waar toe te werpen. Hierdoor gooide ik zeker een aantal malen over de vissen heen en zag ik de vissen pas als ze te dichtbij waren en inmiddels duidelijk op de vlucht voor het naderend onraad. Bonefish is inderdaad snel, om met Randall Kaufmann, te spreken "spooked". Al wadend heel voorzichtig en voortdurend gemaand door Alfonso tot stilte zie ik mij eerste "tailende" bonefish en ook af en toe een schooltje van een paar vissen. Op een gegeven moment werp ik op zijn aanwijzingen in een bepaalde richting en strip langzaam binnen. Plots voel ik enige weerstand en herinner me de aanwijzingen uit het boek van Randall en mij Canadese ontbijtvrienden en sla dus niet aan, maar "strip strike" en dan gebeurt het. De vis is even verdoofd als het ware en dan volgt een run, de vliegenlijn raast door de geleide ogen en blijft gelukkig nergens hangen, ik hef mijn hengel iets en de reel begin nu als een dolle te krijsen, eerst de vliegenlijn eruit en dan nog zeker 50-60 meter backing. De drill begint nu en na nog eens een run tot diep in de backing houd ik dolgelukkig enige minuten later mijn eerste bonefish in mij handen van naar schatting ruim 3 pond. Ik ben zo blij als een klein kind, glunder van top tot teen en Alfonso is blij voor mij. Hij maakt snel een foto van me met mijn eerste bonefish en ik bedank hem hartelijk. Even later vang ik op ongeveer dezelfde manier mijn tweede bonefish eigenlijk blind zonder ooit de vis gezien te hebben maar gewoon door te werpen op aanwijzingen van Alfonso. Daarna veranderd alles, de wind gaat liggen, de lucht trekt helemaal open en even later sta ik te vissen in spiegelglad kraakhelder water met overal schooltjes vaak tailende bonefish om me heen. De visserij verandert nu ineens in een soort vissen met de droge vlieg of eigenlijk nimfvissen op zicht: Alfonso laveert de boot nu behoedzaam naar kleine schooltjes of tailende bonefish. Ik kan nu met weinig tot geen wind en glad en helder water de vissen goed aan werpen en moet nu wel er op letten niet aan te slaan als ik een vis de vlieg zie nemen maar te wachten tot er weerstand wordt gevoeld bij het binnen strippen en dan de haak te zetten met een strip strike, dan wel te hengel iets te heffen en de vis zichzelf te laten haken.
Dit gaat goed en ik krijg die middag, want inmiddels is het al ruim na twaalven, nog wel 12 aanbeten waarvan ik er een 9 tal weet te verzilveren. Een tweetal vissen halen de 6 ponds grens zeker en nemen bij hun eerste run zeker 70- 80 meter backing. Die eerste run van een bonefish is echt onwijs sensationeel en voor mij in ieder geval de mooiste ervaring tot nu toe op vliegvisgebied. Zeker in combinatie met de prachtige tropische omgeving, het heerlijke weer en het op zicht aanwerpen van deze prachtige zilveren geesten van de flats.
Inmiddels is Alfonso begonnen aan de terugtocht, en ik geniet nu nog meer van de omgeving, die gerust betoverend genoemd mag worden. Ook ben ik inmiddels ondanks allerlei beschermende maatregelen toch behoorlijk verbrand. Het is zaak voor het gaat schemeren ook de lagune en het moerasgebied te verlaten omdat dan de muskieten in volle omvang bezit nemen van hun territorium. Terug in het hotel smaakt het eerste biertje meer dan voortreffelijk en volgen er nog verschillende mochito's voor en na de eenvoudige maaltijd terwijl ik nog vol enthousiasme mijn vrienden probeer uit te leggen wat er nu zo prachtig is aan het vliegvissen op bonefish in de tropen. Zij hebben zelf ook een bijzonder aangename dag doorgebracht in het gebied en zijn er met een gids op uit geweest om de natuur met zijn bijzondere flora en fauna te bewonderen.. Moe maar voldaan lig ik op tijd op bed want de volgende ochtend om 06.00 uur wacht Alfonso al weer bij het ontbijt. Na een rit met de taxi komen we weer aan in Las Salinas en begint de dag eigenlijk weer net als gisteren. Het zicht is matig en het waait hard zodat het niet meevalt. Ook Alfonso ziet slechts op grote afstand af en toe een vis en het lukt eigenlijk niet goed om binnen werpafstand te komen.
We besluiten te gaan waden en doen dat eigenlijk de hele ochtend zonder al te veel succes. Het is wel prachtig en ik geniet van de vogels en de werkelijk bij tijd en wijle sprookjesachtige omgeving. We zien roggen die vlak voor onze voeten langs zwemmen en (te) ver weg een grote barracuda en ook scholen permit. Ook de permit laat zich zo niet goed benaderen en blijft buiten bereik op een uitzondering na waarbij mijn worp mede door de harde wind jammerlijk zijn doel mist. Wanneer dan eindelijk een school bonefish gevonden en aangeworpen kan worden blijkt een hele kleine jack crevalle sneller dan de snelste bonefish en neemt vol overgave mijn vlieg. Na een korte dril kan ook kleine Jack weer worden onthaakt en teruggezet maar de bonefish is er nu vandoor. Als aan het begin van de middag de wind gaat liggen en het water weer gladder wordt moeten we helaas al weer terug. Gezien het vroeg invallen van de duisternis hebben we besloten halverwege de middag al weer te vertrekken naar Varadero, het volgende reisdoel. Gezien de ervaringen op de heenreis met het ontbreken van verlichting en bewegwijzering lijkt het ons wijs bij daglicht onze reis te vervolgen. Wanneer ik terugkom bij het hotel laden we snel onze spullen in en vertrekken in onze gehuurde Audi. De reis naar Varadero verloopt voorspoedig inderdaad doordat het overdag is en we voortdurend stoppen om de weg te vragen, waardoor we veel zien van het platteland van Cuba en diverse dorpen en kleine stadjes. Onderweg zien we veel paarden en wagens en oude Nederlandse bussen met de nederlandse bestemming nog aangeven op de bus. Ook de ideologische leuzen en kameraad Che komen we overal weer tegen onderweg, op allerlei officiële gebouwen maar ook op schuttingen en muren van kleine arbeiderswoningen en boerenhutjes. Nog voor het donker bereiken we Paradisus Varadero een vijf sterren "all inclusive resort" in Varadero voor de laatste etappe van onze vakantie. Ineens baden we nu in weelde met allemaal een prachtig en enorme grote en luxe hotelkamer aan een tropisch strand met palmbomen aan een azuurblauwe zee. Er is keuze uit wel 5 "a la carte" restaurants, enorm buffetrestaurant en overal barretjes met alles wat je maar wensen kan en zodat we die avond en de twee nog resterende dagen volop genieten van heerlijk eten en drinken en lekker luieren op het strand. Veel met Cuba heeft het overigens allemaal niet te maken en veel te zien is er niet in Varadero vond ik. Uitzondering is de villa Xanadu van de Amerikaanse miljardair Dupont de Nemours. Deze in de jaren dertig gebouwde villa ligt nu aan de golfbaan en is verbouwd tot hotel met prachtig authentiek art deco interieur. De plek is inderdaad heel mooi en het uitzicht prachtig met name vanaf de bar op de bovenste verdieping.
Ik geniet op het strand de laatste twee dagen nog een beetje na van een heel gezellige en onvergetelijk trip met heel veel indrukken in een heel bijzonder land met vele contrasten dat ongetwijfeld de komende jaren zal gaan veranderen. Ik hoop wel dat het dan de bevolking die ondanks de toch wel bittere economische omstandigheden veel muzikaliteit, vrolijkheid en gastvrijheid uitstraalt, ook vooral ten goede zal komen. Betere economische omstandigheden maar vooral meer vrijheid! Duidelijk is ons wel geworden dat ondanks de vaak prachtige omgeving, de rijke historie en het mooie weer, vrijheid in Cuba maar een beperkt begrip is.
De hele terugweg droom ik echter vooral van mijn eerste maar hopelijk zeker niet laatste kennismaking met het vliegvissen in de tropen op zout water, van bonefish, jack crevalle en een volgende keer misschien ook tarpon of permit. In ieder geval ben ik nu "hooked for life on bonefishing!"
Hans Amelink
Mochito
Voor 4 glazen
1 grote bos munt
3 limoenen
6 koffielepels suiker of suikersiroop
6cl rum
spuit water en gecrushed ijs
Doe ruim wat munt in een glas
Doe er het limoensap en de suiker bij en stamp het goed ondereen met een vijzelstamper
Vul het glas op met gecrushed ijs en overgiet met de rum
Vul het glas verder aan met het spuitwater
- Details
- Geschreven door: Jaco Griffioen
- Categorie: Scandinavie
Even een korte introductie. Ik ben een beginnende vliegvisser en deze zomer gingen we met het gezin naar Noorwegen en natuurlijk gaat de hengel mee als je naar dit land gaat. Aan het begin van de vakantie heb ik gevist in een bergmeertje bij Tuddal. We zaten daar in een blokhut op een berg met prachtig uitzicht op een klein meer, er stroomde een riviertje in en uit het meer. De volgende dag geinformeerd of er gevist mocht worden en meteen een vergunning gekocht. De volgende avond om zeven uur naar het meertje waar ik een roeibootje van de eigenaar mocht gebruiken. Vanaf de kant vissen was namelijk niet mogelijk omdat de dennenbomen bijna tot in het meertje stonden. Het vissen op het meertje ging niet makkelijk, je weet niet waar je vissen moet, dan weer een kringetje links dan weer rechts. Na 45 minuten van tactiek veranderd en besloten om de oeverzone waar riet of andere planten groeien te gaan afvissen. Daar heen geroeid en inderdaad ging het beter, een uurtje later had ik een paar aanbeten gemist maar ook twee forelletjes van 20 cm gevangen. Het was nu negen uur en ik hield het voor gezien. Al terug roeiend ook nog een bever zien zwemmen dus al met al een mooie avond in prachtige natuur. Terug bij de hut met een wijntje in de hand zag ik dat om half tien er nog veel meer visactiviteit op het meer was. De volgende avond ben ik pas om negen uur gaan vissen. Dit is geen probleem omdat het in Noorwegen niet snel donker wordt. Deze avond een sedge aangeknoopt met een donkergroen lijf en een zwart gevlekt dek, bovenop de vlieg steekt een witte toef uit zodat deze goed is te zien. Meteen begonnen met het afvissen van de oeverzone en na 15 minuten weer een mooi getekend bruin forelletje in de boot. Nog een half uur gevist maar het lukte niet om een aanbeet te krijgen. Toen bedacht dat de plaats waar een riviertje een meer uitloopt een goede stek moet zijn. Op een afstand van het riviertje gestopt met roeien en het bootje dreef heel langzaam op de stroom richting het riviertje. Ik zag wat kringen op de overgang van riviertje en meer. Deze waren nog buiten bereik en ik wou ook geen vis overgooien. Eerst een meter of vijf voor de uitgang afgevist en de tweede worp was al raak, een mooi forelletje van 25 cm in de boot. Gauw onthaakt en weer laten zwemmen. Daarna zag ik een kring op een paar meter voordat het stroompje begon. Een paar valse worpen om de vlieg te drogen en de vlieg 50 cm voor de kring gegooid, (ik was maar wat trots dat dit zomaar in één keer lukte) de stroming liet de vlieg heel langzaam over de plek gaan en weg was de vlieg. Met een lijnstrip de haak gezet en weer een 25 cm forelletje.
Dit smaakte naar meer maar omdat het bootje te dicht naar het riviertje dreef gauw weer een stukje het meer op geroeid. De vlieg nu droog geknepen, in de dry-shake gestopt en daarna weer ingevet. Ondertussen was het bootje weer aardig terug gedreven en kon ik de vlieg weer richting riviertje presenteren. Ik zag een kring maar de vlieg kwam een meter of wat te kort. Nog wat meer lijn in de lucht maar net voor ik de vlieg wil presenteren gooi ik de leader in de knoop en hangt de vlieg bij het begin van mijn vliegenlijn. Natuurlijk net nu! en kon ik een paar krachttermen niet onderdrukken. Dat vliegvissen blijft lastig. Gauw de boel uit de knoop gehaald en gelukkig was ik nog niet te dicht bij gekomen. De lijn weer op lengte en nu kwam de vlieg goed op het water, de vlieg lag nog geen seconde of weg was hij. Weer een lijnstrip en ook dit forelletje kwam in de boot. Ik zag nog een aantal kringen maar om die te kunnen bevissen ging het bootje door de stroming mij iets te snel richting riviertje. Een 20 meter opzij geroeid en daar het bootje op de kant getrokken en voorzichtig richting riviertje geslopen, gestopt op een meter of vijf van het riviertje om geen vis te verjagen. Het riviertje was circa 4 meter breed en dit was verdeeld in twee stukken door een paar rotsen. In beiden zag ik regelmatig kringen maar daar stroomde het toch al wat sneller. De vlieg die nu erg was verfrommeld vervangen door een zelfde exemplaar en de lijn op lengte gebracht naar de dichtsbijzijnde stroom. De vlieg landde maar werd nu meteen zijwaarts gedrukt door de stroming. Vanuit het bootje viste ik met de stroming mee maar nu er dwars op, en dat ging niet lekker. Toen schoten de werplessen van Gerrit van Middelkoop weer voorbij. Die had verteld dat je bij stromend water de lijn gegolfd op het oppervakte kan laten komen, dit hadden we ook een paar keer geoefend dus ik dacht dit moeten we nu maar proberen. Er was weer een mooie kring en nu tijdens de afworp een paar voorzichtige zijwaartse zigzag bewegingen toegevoegd. De vlieg kwam heel gelukkig neer een 40 cm stroomopwaarts en dreef perefect over de plek van de kring. Pats weg vlieg, exact op dezelfde plek waar de kring eerst was. Haak zetten en een fraai forelletje in mijn handen. Nu voelde ik me toch echt een vliegvisser en het vertouwen steeg enorm. Met het nieuwe vertrouwen op dezelfde manier ook de overzijde van het riviertje afgevist en daar ook nog een forelletje gevangen. Ondertussen begon het aardig te schemeren en na vijf vissen uit de overgang van meertje naar riviertje te hebben gevangen was het mooi geweest. Het riviertje heb ik na de laatste vis van dichtbij bekeken en schatte het water op circa 40 cm diep en glas helder. Het weer was deze dagen ongeveer 25 graden en onbewolkt. Het waren bruine forelletjes die op de rug bijna zwart zijn en met fel rode stippen getekend.
Veel visplezier, Jaco Griffioen
- Details
- Geschreven door: Dirk Schmidt
- Categorie: Verhalen Nederland
Het moest er maar eens van komen. Mijzelf aanmelden bij de vliegvisclub. Sinds twee jaar ben ik weer helemaal enthousiast over (vlieg)vissen. Met twee vrienden trek ik jaarlijks naar de Duitse en Belgische beken. Daar beleven we veel plezier. Maar in Nederland blijft het vliegvissen op een laag pitje staan. Een van de redenen daarvoor is dat mijn maten geen nymph vissers zijn. Dus de wintermaanden worden visloos doorgebracht, of er wordt gegrepen naar de vaste stok of kunstaashengel. Direct na de aanmelding heb ik maar een mailtje gestuurd naar Hans Klutz. Hij coördineerde de begeleiding van nieuwe vliegvissers door meer ervaren vissers, zo las ik in een oud clubblaadje dat ik in de hengelsportzaak vond. Voor een vismaatje kon ik het beste maar naar de clubavond komen. Maar in afwachting daarop wilde hij mij wel vast een keertje mee uit vissen nemen.
Ik werd opgehaald door een vriendelijke man. Of ik naar de Eemhof wilde, of naar Houten? Doe maar Houten! Ik wil leren vliegvissen in Nederland. Het surrogaatvissen op forellenplassen valt mij toch altijd een beetje tegen. Nou dat was geen enkel probleem, op naar Houten. Het werd een leuke ochtend waarbij we verschillende stekken aandeden. Helaas was het succes niet heel groot, maar wie het kleine niet eert...
En veel belangrijker dan de vangst was wat ik leerde van Hans. Niet alleen liet hij me geschikte stekken zien die voor mij met de fiets bereikbaar zijn, ook viste Hans op plekken waar ik zelf niet zo snel zou vissen, zoals stukken water met veel bomen eromheen. En water dat vol gegroeid is met wier. Gewoon een nymph in een van de gaten werpen tussen het wier, iets laten zinken, en dan rustig binnenstrippen. Het zijn misschien kleine dingen, maar het maakt wel verschil. Bijvoorbeeld het strippen. Dat deed ik te wild. Misschien goed voor een streamer, maar voor het nymphje mocht het wel wat rustiger en geleidelijker van Hans.
Geïnspireerd door mijn vissessie met Hans ben ik vastbesloten het dicht bij huis te proberen. Als je afhankelijk bent van de fiets dan is het gewoon niet mogelijk om naar de baksteenvoorns in de IJsselmeerhavens te fietsen, of mooie poldersnoeken aan de schubben te komen. Dus fiets ik na mijn werk naar een sloot in Utrecht Oost. Nog geen tien minuten fietsen en ik sta aan de waterkant mijn hengel op te tuigen. Ik heb deze sloot al vaker zien liggen. Maar vanwege de bomen heb ik nog nooit mijn vliegenlat meegenomen naar dit water. Hans heeft mij echter laten zien dat je je niet moet laten afschrikken door wat boompjes. Gewoon een beetje kijken en slim werpen, dan kan je op best veel plaatsen vliegvissen. En eerlijk gezegd, het gaat me redelijk af. Ik ben absoluut geen pro, maar ook geen echte beginneling met de vliegenlat.
Eerst een aantal worpen dicht bij de brug. Hmmm, niks. Andere kant op werpen. Niks. Wel zie ik mijn streamer golven door het heldere water. Wat een prachtig gezicht. Als de streamer droog is, lijkt de glitterstaart iel. Maar zo in het water geven de glitters de impressie van veel volume. Dat moet toch interessant genoeg zijn voor een redelijke snoek... Omdat het streamertje erg ligt is, kon ik het uiterst traag onder de oppervlakte laten dansen. Opeens zag ik vanonder een snoek erop duiken. Hangen! Na een flink gevecht met drie (!) mooie sprongen en een paar runs naar het diepe kon ik deze mooie snoek met de kieuwgreep op de kant trekken. Zoals je op de foto kan zien is het best een redelijke dame. Een meetlint had ik niet bij me maar de 80 cm haalt ze gemakkelijk. Dit was zowaar mijn eerste snoek aan de streamer, en dat smaakt naar meer!
Dirk Schmidt
* meer columns van mijn hand vind je op www.i-am-infinite.com/publicaties
- Details
- Geschreven door: Ad Werdekker
- Categorie: Verhalen Buitenland
Ik had al eens een aardig artikel gelezen in het VNV-blad over de Weisse Traun in zuid Duitsland, over de dikke forellen en de mooie vangsten die daar mogelijk waren. Nooit geschoten altijd mis was het credo en dat zorgde ervoor dat ik samen met John Lambo op vliegvisvakantie ben gegaan naar zuid Duitsland om aldaar te gaan vliegvissen in de Weisse Traun. Na kort overleg waren wij het er over eens dat wij een onderkomen zouden boeken in hotel de Forellenhof in Siegsdorf aan de Weisse Traun. Gelukkig was er nog voor beiden een einzelzimmer beschikbaar en de datum werd vastgelegd in de laatste week van mei. Als voorbereiding werd er door ons nog even bij een ervaringsdeskundige geïnformeerd naar de vliegen die daar wel eens killers zouden kunnen zijn en er werd ook nog gezellig met de ervaringsdeskundige onder elkaar een vliegje gebonden zodat wij beslagen ten ijs kwamen. Op zondag 22 mei omstreeks 07.30 uur reden we naar zuid Duitsland, Beieren en kwamen na een prima reis omstreek 17.00 uur ter plaatse aan. Na een lekker potje bier cq een glas fris werd de kamer ingericht en daarna bleek bij een blik in de rivier dat er een paar dikker forellen op ons lagen te wachten. Als ik zeg dikke, dan bedoel ik knapen van 60 a 80 cm, dus dat beloofde wat. De volgende morgen omstreeks 10.00 uur, na een prima ontbijt, togen wij samen met de Hr. Weiss de eigenaar van het hotel, naar de rivier. Weiss vertelde ons dat hij voor ons tweeën een stuk rivier ter beschikking had dat in het naastgelegen dorpje Ruhpolding lag, omdat er voor het hotel anders te veel vliegvissers stonden te vissen. Dit was eigenlijk een tegenvaller, omdat wij die knapen al in de rivier voor het hotel hadden zien liggen en ik had mijzelf beloofd dat een ervan, de ik stilletjes de naam "de Bismarck"gegeven had, al aan mijn hengel had zien hangen. Maar omdat wij ook voordelen zagen, maar twee vissers op een ander mooi stuk, zijn wij achter Weiss naar Ruhpolding gereden. Na een kleine 10 minuten rijden toonde Weiss ons het begin van de strecke en ik zag direct in een poel een paar "zusterschepen" van de Bismarck liggen. Aan het eind en er tussenin toonde Weiss ons ook een paar mooie poelen met dikke forellen. Al met al zo'n 5 km viswater alleen voor onszelf, en niet alleen dat maar gelegen in een prachtige natuur met de Alpen op de achtergrond. De rivier was over het algemeen zo'n 15 a 20 meter breed met kraakhelder water met hier en daar een waterval waarachter mooie poelen met mooie dikke forellen van 30 tot wel 80 cm. Ook mooie grindbedden met aan de zijkanten van de rivier waterstromen waarin mooie forellen lagen.
Het eerste poeltje van John.
Direct na de rondleiding trokken John en ik het waadpak aan en trokken er op uit.John had zichzelf een paar forellen beloofd die in de eerste poel lagen en besloot er een droge vlieg in te werpen. Na een paar worpen had John er al drie te pakken dus dat beloofde wat. Omdat ik niet van steen ben, trok ik een stuk verder stroomopwaarts en wist er ook na korte tijd een paar te haken. De eerste dag al wisten we ieder voor zich een aantal heel mooie forellen te haken en dat onder een strak blauwe hemel met zomerse temperaturen. Zo aan het eind van de middag hadden wij ons toegewezen deel van de Weisse Traun afgestruind en waren hier en daar dik aan onze trekken gekomen en waren niet één andere vliegvisser tegengekomen. Dus vol van de dag gingen wij met een goed gevoel op het avondeten af in het hotel. De volgende morgen na het ontbijt gingen we weer met de auto naar Ruhpolding. Omdat de lijn niet de gehele dag strak kan staan, zijn wij eerst het dorp ingegaan en hebben op een aardig terrasje eerst een lekker bakkie koffie met een punt gebak genomen. Vervolgens naar de rivier en weer in de waadpakken. Omdat wij de vorige dag de rivier aardig verkend hadden wisten wij waar de dikke jongens lagen, dus ieder voor zich op voor hen mooie plekken de rivier in en zwiepen maar. Ook die dag kwamen we weer aan onze trekken.
Een mooie dril in de stroom.
Een paar regenboog- en beekforellen, van zeer mooie afmeting konden de droge vlieg niet weerstaan. Ook wist ik een paar forellen aan de nimf te haken. Tot mijn verbazing haakte ik een klein forelletje van zo'n 20 cm aan een zware montana ( steenvliegnimf ) van 25 mm. Aan diezelfde nimf haakte ik ook een " zusterschip " die bijna niet van z'n plaats te krijgen was. Na een mooie dril verspeelde ik hem, balen dus.
Een jumbo van John.
Wederom met een goed gevoel naar het hotel voor het avondmaal en een drankje. In de avonduren deed zich een waar spektakel voor. Omstreeks 20.00 uur, deed zich een ware hatche voor. De lucht was gevuld met duizenden gele sedges die uitgekomen waren. Dat dit zijn uitwerking op de visstand had was wel duidelijk. Overal hoorde en zag je forel stijgen die zich te goed deed aan deze lekkernij. Na dit natuurverschijnsel trokken John en ik onmiddellijk ons plan en besloten hier ons voordeel mee te doen. Zo besloten wij dat wij de volgende avond niet naar het hotel zouden gaan om te eten, maar dat wij in Ruhpolding zouden blijven en na het eten weer te water zouden gaan voor het avondspektakel. De volgende morgen eerst even op het terras voor het hotel een paar gele cdc-vliegjes op haakje # 19 gebonden om voor de avonduren beslagen ten ijs te komen, en vervolgens weer op weg naar de koffie op terras in Ruhpolding. Na de koffie weer het waadpak aan en te water voor weer een mooie dag vliegvissen in de Traun. Het weer was nog steeds zomers met eigenlijk iets te hoge temperatuur, zo'n 30 graden. Maar we moesten niet klagen, want het kan ook anders. Wederom goed gevist en rond een uur of 4 in de middag besloten wij voor een pilsje en een warme maaltijd naar het dorp te gaan. Daar kwamen wij bij een Italiaan terecht die een pizza voor ons bereidde van wereldklasse, zeldzaam lekker gegeten. Na daar genoten te hebben, op weg naar het avondspektakel.
Een spektakel werd het. Zo rond 20.00 uur, werd weer de lucht weer gevuld met duizenden gele sedges die ook z'n uitwerking had op de vis. Dat ons de die morgen gebonden cdc-vliegjes ons goed van pas kwamen, bleek ook wel, het was een gekkenhuis, ze bleven stijgen en bijten. Ook andere kleuren cdc-vliegjes , groot of klein, werden gretig genomen. Dat er ook hele grote forellen lagen van rond de 80 cm schreef ik al, John kreeg er een aan de haak. Het werd een dril waar alles inzat. Toen John dacht dat hij hem had en hij onthaakt kon worden schudde hij nog even met z'n kop en ging er alsnog vandoor, jammer maar werkelijk een topdag.
Ook de klinkhamer deed het.
Op de donderdag na wederom een prima visdag te hebben gehad met mooie vangsten, begon het in de namiddag flink te betrekken en we hoorden in de verte onweer naderen. Wij hadden al afgesproken dat wij bij naderend onweer ons zouden verzamelen bij de auto dus dat gebeurde ook. Het was toch tijd voor de warme hap in het dorp, dus uit de waadpakken en naar het dorp. Toen wij de auto in het dorp geparkeerd hadden en te voet op weg waren naar een restaurant, waren wij op de seconde nauwkeurig binnen voor een stortbui van ongekende grootte. De deur was nog niet achter ons gesloten of de dakgoten stroomden over vanwege de watermassa die naar beneden kwam. Dat de weergoden ons gunstig gestemd waren bleek, want het eten was nog niet op en de zon scheen weer. Na wederom een voortreffelijke maaltijd en een lekker ijsje bij de plaatselijke ijssalon, gingen wij weer op weg naar de rivier. Daar bleek de hevige stortbui zijn uitwerking niet gemist te hebben. In twee uur tijd was de rivier met een halve meter gestegen en de kleur was dan wel niet bedorven, maar de helderheid was wel verdwenen. Als dat dan maar geen vervelende uitwerking op de volgende dag zou hebben dachten wij. De volgende dag scheen de zon bij het opstaan weer stralend. Onze eerste gang na het aankleden was naar de rivier om te kijken hoe het met de waterstand en de helderheid gesteld was. Bij de eerste aanblik op de rivier bleek, dat hij weer kraakhelder was met wel iets meer water. Dus vol goede moed naar het ontbijt. Na het ontbijt wederom naar Ruhpolding voor de koffie met het gebak, want het was nog steeds vakantie en de leader hoeft niet steeds gespannen te staan. Na de koffie omstreeks 11.00 uur naar de rivier en de waadpakken aan. Tijdens de koffier zagen wij in de verte boven de bergen al dat de lucht een beetje onstabiel was met het vermoeden dat het weer wel eens kon veranderen. Toen wij te water gingen spraken we weer af dat wij bij onweer elkaar weer bij de auto zouden treffen. Na een paar uur vissen en weer een paar mooie forellen, bleek aan het eind van de middag het gerommel weer op te steken zodat het raadzaam was om langzamerhand uit het water te gaan. Op weg naar de auto kwam er weer onder een paar enorme onweersklappen een flinke bak water uit de hemel, dus wij weer naar het dorp voor de avondmaaltijd. Nu bleef het onveranderd hard doorregenen en na de maaltijd gingen wij weer even bij de rivier kijken. Wat wij nu zagen deed ons de moed in de schoenen zakken. De mooie heldere rivier was veranderd in een kolkende rivier die met meer dan een meter gestegen was en het water had de kleur van chocolademelk. De poelen waar wij eerst goed gevangen hadden, waren niet meer zichtbaar en zelfs boomstammen dreven door de rivier. Na dit schouwspel was er niet veel hoop meer dat de rivier de volgende morgen weer helder en waadbaar zou zijn. Gelukkig hadden wij er in alle opzichten al een heel mooie week opzitten dus het kon eigenlijk niet meer stuk. Wij besloten dan ook om de dag daarop, op zaterdag, weer naar huis te gaan en zo gebeurde het ook. Wel bij het vertrek nog bij de rivier gekeken en ons vermoeden bleek juist, er was vanwege de harde stroom beslist niet te waden en de kleur was ook onveranderd donker.
Een kolkende rivier.
Op zaterdag vertokken wij te 08.00 uur en waren omstreeks 17.00 uur na een prima terugreis weer veilig thuis, met een mooie herinnering aan de Weisse Traun, een rivier zeker voor herhaling vatbaar.
Ad Werdekker.
- Details
- Geschreven door: Kees van Hulst
- Categorie: Zalmvissen
Voor het eerst sinds lange tijd weer een verre reis, spanning! En spannend uiteraard want ik heb een filmverslag van Jos Vanrunxt gezien over zijn Kola-reizen in 2009, waarvan Gerrit van Middelkoop en Hans Klutz deelnemer waren. Daarna filmpjes zien op Youtube, vliegen binden, werplessen bijwonen om 2-handig te leren werpen, een nieuwe reel en 2 nieuwe lijnen kopen, etc, etc. En dan op 3 Juni vertrekken we, met 5 man uit Amsterdam en 2 vanuit Parijs om 's avonds om 11 uur in Murmansk een heel nieuwe wereld binnen te stappen, gelukkig wat koeler dan in Amsterdam en een nacht die niet donker wordt. Het vliegveld is klein, een oude dame controleert of je wel je eigen bagage van de band raapt. Jeroen Wöhe begroet ons en introduceert Dimitri, onze chauffeur voor de komende 6 uur. Een reis naar het eindpunt van de wereld, het dorp Varzuga. Na 5 uur stopt het asfalt, het aangewalste puin dat volgt is gelukkig droog maar hobbelig, en zo, langs de boorden van de Witte Zee, komt Varzuga nader. Hier word het aangewalste puin een zandweg met gaten die alleen met een 6-wheel drive legervoertuig, een gangbaar vervoermiddel in deze streek, te nemen zijn. We ontmoeten hier Jos en Hans en Carl en Harm, die al een week eerder vertrokken en een andere rivier bevist hebben. Het minibusje brengt ons en onze bagage naar het heliplatform om vandaar de sprong in de wildernis te maken: 100 kilometer landinwaarts ligt het bovenste Varzuga Camp pal aan de rivier, midden in de naaldbossen en moerassen, een verzameling houten cabins die functioneren als eetkamer, keuken, was- en douchehok/ toilet, 7 cabins voor de gasten, een grote cabin voor de gidsen en een SAUNA!!! Aan de oever liggen de boten al te wachten op de vissers die eerst willen vissen, en dan pas gaan slapen, ikzelf kruip eerst in bed, dekbedje van de zaak! en 2 handdoeken. Na de lunch 3 man in een boot en stroomafwaarts om hier voor het eerst een lijn op het water te leggen. De rivier staat middelhoog, 20 a 25 meter breed en voorlopig vis ik vanaf de oever, gelukkig is de begroeing van berkenbomen pal langs de rivier niet zo hoog, zodat ik me ook nog een overhead cast kan permitteren. De vissen zijn buitengewoon gretig die eerste dag en knallen op de vliegen, ally shrimps en cascades in de kleuren geel, oranje, rood en zwart. Maatje 8 doubles. Ik vang er twee die middag, vissen van een pond of 6 a 7.
De dagen daarna zijn de aanbeten veel voorzichtiger, soms een zacht plukken aan je vlieg. Allemaal hebben we bugshirts en netjes om ons te beschermen tegen insecten, maar de eerste dagen zijn er veel vliegjes die alleen maar hinderlijk zijn, maar niet steken of bijten. Muggen zijn alleen 's nachts actief. Later in de week krijgen we allemaal te maken met een vliegje dat wel bijt, hoewel je ze niet voelt. Je veegt een keer langs je oor en je hebt plotseling bloed aan je vingers, bloedproppen in je haren, je hals, en 's avonds kruipen ze in je broekspijpen. Als je je bugshirt opent om te roken of te drinken maken een aantal van die smiechten gebruik van de gelegenheid om naar binnen te kruipen. Een enkeling reageert allergisch op de beten, zijn gezicht zwelt op, een oog zit dicht, maar denk maar niet de het vissen er onder lijdt, het is te mooi om hier te zijn er er niet van te genieten.
De zalmvisserij hier is heel anders dan dat ik gewend ben in Schotland op de riviertjes met bijna stilstaand water, waarbij je wel moet strippen om je vlieg attractief te laten zijn, hier op de rivier is het van belang dat je ver gooit, 60 graden naar de overkant met een mooi strekkende leader, een keer menden, en verder je lijn zo los vasthouden dat een plukkende zalm, een voorzichtige aanbeet, zonder weerstand de lijn door je vingers laat glijden. Dan pas zet je de haak! Later in de week zakt het waterpeil snel, het waden gaat makelijker, de boten komen in de problemen, een motor word stukgevaren op een steen, maar we blijven vis vangen, 273 zalmen totaal, maar ook veel vlagzalmen, snoeken en baarzen. Ik mocht mijn verjaardag vieren in dit mooie land, de wodka smaakte me uitstekend, maar denk niet dat je tegen een Rus kan opdrinken!! Zeer goed eten, niet te vergeten.
Kortom, ik heb alweer bijgetekend voor volgend jaar.
Kees van der Hulst.